Het verhaal over de krachtige vrouw (ofwel de heks)

Herken je een vage of diepe angst voor kracht? Dat is niet gek. Veel vrouwen hebben hun kracht weggestopt, vanwege ons collectieve verleden waarin vrouwen werden gekleineerd en onteerd. Het verhaal over een krachtige vrouw (ofwel de heks) dat ik schreef na een opstelling die ik zelf deed over het thema angst voor kracht. 

Lang, lang geleden woonde er in een dorp een meisje. Een heel gewoon meisje. Ze woonde in een gewoon huis bij een gewone familie. Haar ouders werkten hard, zoals alle mensen in het dorp. Het meisje deed met alles mee. Ze hielp mee met eten koken en schoonmaken, zorgde mee voor haar broertjes, zusjes en de dieren die ze hadden en tussendoor speelde ze met de andere kinderen in het dorp.

Als ze tijd over had, liep ze over het pad naar de rand van het dorp, want daar woonde een vrouw. Geen gewone, maar een heel bijzondere vrouw. Regelmatig ging het meisje kijken naar de vrouw, want zoals zij, was niemand in het dorp. Deze vrouw was sterk verbonden met de natuur. Ze kweekte kruiden, oogstte die en maakte er thee van en zalfjes die hielpen bij huidwondjes. Ze praatte met de dieren en als ze haar armen bewoog kon ze de wind laten waaien of juist rustig maken. Als het in de zomer lange tijd droog was, ging ze buiten staan met haar handen omhoog en dan riep ze met ferme stem naar de hemel tot de lucht boven haar verkleurde, bliksemflitsen omlaag sloegen en het eindelijk begon te regenen.
De ogen van deze vrouw waren helder, vriendelijk en liefdevol. Als ze je aankeek leek ze meer te zien dan anderen, maar ze zei dan niets en glimlachte alleen.

Er waren avonden dat er andere vrouwen van buiten het dorp naar het huisje van deze vrouw kwamen. Dan zaten ze buiten bij het vuur, lachten, aten en dronken. En als ze zongen en dansten leek het net of er een vuur in hen brandde en de hele omgeving verlichtte.

Op een avond toen het meisje van een afstand naar deze vrouwen keek, voelde ze een kriebel in haar buik. Of misschien was het wel een vlammetje, dat soms groter en soms kleiner werd. Het danste innerlijk met de vrouwen mee. Ze voelde een diepe wens, een verlangen. Als ze groter was, wilde ze ook zo krachtig worden als deze vrouwen en net zo verbonden met de elementen.

Op een dag, toen het meisje een jaar of 8 was, kwamen er mannen bijeen op het dorpsplein. Van de kerk, zei haar moeder. De mannen praatten eerst zacht tegen omstanders en daarna steeds luider. Ze wezen naar de vrouw en zeiden: Die vrouw is gevaarlijk. Ze zal ons kwaad doen. In eerste instantie begreep het meisje het niet. Maar hoe meer de mannen zeiden, hoe meer ze hun angst voelde. Heks, heks, heks, riep iemand op het dorpsplein. Heks, heks, heks, riepen steeds meer mensen. Ze zagen er bang uit en ook boos. Heks, heks, heks, weergalmde het in de oren van het meisje. Maar toch, als ze naar de vrouw keek, voelde ze genegenheid en eerbied. Ze begreep het niet.
De mannen riepen steeds harder en werden nog bozer. Doodsbang werd het meisje van hen. Ze was nog nooit zo bang geweest. Angstig en verdrietig rende ze naar huis en trok ze zich terug in een donker hoekje.

De vrouw werd verbannen. Niemand sprak nog over haar. En zelfs het meisje vergat de vrouw en haar kracht. Soms werd ze boos, maar ze begreep niet goed waarom of op wie. Ze was bang van haar boosheid en stopte die diep weg.
Jaren en jaren gingen voorbij. Het meisje groeide op. Ze was zorgzaam en liefdevol. Bescheiden ook. En hoewel ze eigenlijk heel tevreden zou moeten zijn, had ze zo nu en dan het gevoel dat ze iets miste. Iets wat heel belangrijk was, maar wat ze niet kon pakken of zien. Soms kwam er een kleine glimp tevoorschijn, een klein gevoel van kracht in haar buik. Maar als ze dat voelde, werd die altijd opgevolgd door een sterke angst. Dus stopte ze het weer diep weg, waar het al lange, lange tijd verborgen had gezeten.

Op een dag toen ze al veel ouder was, een jonge vrouw, maakte ze een reis naar een van de dorpen in de omgeving. Wat verder weg dan gewoonlijk. Ze liep over het zandpad toen haar oog getrokken werd door een huisje omgeven door hoge muren. Er stonden braamstruiken omheen vol bramen. Nieuwsgierig liep ze dichterbij. Haar knieën knikten, maar iets in haar vertelde haar om te gaan kijken. En daar achter de muur zat een oude vrouw, die ze herkende van vroeger. De oude vrouw keek op. Eerst wat geschrokken, maar al snel verzachtten haar ogen. Aarzelend liep de jongere vrouw dichterbij. Ik zie je, zei ze. En de oude vrouw antwoordde: En ik zie jou.

De oude vrouw stond op. Ze bewoog zich waardig, krachtig en toch liefdevol. Ze nodigde haar uit om de tuin in te komen. Wat was ze mooi!
En eindelijk begreep de jongere vrouw wat ze zo lang gemist had. Hoewel het nog onwennig voelde, wist de jongere vrouw dat ze bij deze wijze vrouw hoorde en ze zou zich nooit meer laten misleiden door de angst. Terwijl ze naar de vrouw liep, voelde ze haar voeten stevig op de grond, haar hoofd richtte zich op en een diepe wijsheid in haar begon te ontwaken. Haar ogen veranderden naar een liefdevolle en tegelijkertijd waardige blik. In haar buik dat bekende gevoel dat ze al die tijd had weggestopt: het vuur van kracht, dat nu nog voorzichtig flakkerde. Maar ze wist met heel haar zijn dat het volop zou gaan branden nu het bestaan van haar wezen ontwaakte. 

Scroll naar boven